Een uitgave van mats bv ©
STRAF
Jaargang V, 2
Meteen als ik binnen kom, merk ik dat het mis is. Normaal wordt ik bij thuiskomst luidkeels begroet, 'pappa, pappa', en moet ik me door een haagje gillende kinderen heen worstelen om mamma een kus te kunnen geven. Nu is het zo stil dat ik zelfs even moet zoeken waar ze zijn. Ze zitten met z'n drieën rond de eettafel, de maaltijd nadert z'n einde, de bordjes yoghurt zijn bijna leeg en de gezichten staan op onweer. Mijn dochter probeert nog een aarzelend lachje mijn kant uit en mijn zoon trekt zijn 'het is niet eerlijk'-pruillip en mamma zit pontificaal met de armen over elkaar boos te wezen, maar het huilen staat haar ook nader dan het lachen.
'Er is vandaag geen Sesamstraat,' pruilt de jongen nog even en dus begrijp ik dat mamma de nodige maatregelen getroffen heeft: bord leeg eten en dan meteen naar bed. Vanzelfsprekend mag ik me daar nu niet meer mee bemoeien maar een beetje om mijn solidariteit te tonen geef ik mamma nadrukkelijk een extra kus. En dat heeft ze nodig. Ze hoeft niet uit te leggen wat er gebeurd is, want ik kan de situatie uittekenen. Het is waarschijnlijk begonnen met een geintje, of een van de twee lust iets niet en weigert om zelfs maar te proeven. Als reactie op aansporingen van mamma eerst en daarna gemopper, beginnen de schatjes dan een langzaamaan actie. De maaltijd kan zo een langdurige kwelling worden terwijl het vaak ook, en dat is nou juist zo vervelend, uitgesproken gezellig kan zijn.
Geen twijfel mogelijk: de straf is terecht. De vraag is alleen: wie is er nou eigenlijk gestraft? Als de deugnieten veel te vroeg en zonder televisie in bed liggen zit het mijn dierbare echtgenote nog allemaal erg dwars. Het was zo'n gezellige dag geweest en dan eindigt het met zo'n rotstemming. Waarom moet ze toch altijd zo heftig reageren? Het zijn toch maar kindjes en zij moet toch het verstandigst zijn. Hier is natuurlijk een stichtelijk echtelijk woord nodig. Terwijl ze aanvankelijk gelijk kreeg omdat dat nu eenmaal zo hoort, kies ik nu achteraf nog eens nadrukkelijk haar partij. Een ouder is ook maar een mens en ze denkt toch niet dat ik de opvoeding van mijn kinderen aan de eerste de beste overlaat? Nou dan.
En tegen dat knagende schuldgevoel helpt misschien een extra knuffel.
Helaas moet ik nog even de deur uit, maar over uiterlijk drie kwartier ben ik terug. Dat wordt een half uur, want ik ben thuis even harder nodig dan waar ik moest zijn. En weer ben ik ze kwijt als ik thuis kom. De kinderen moeten in bed liggen, maar waar is mamma? Na een korte inspectie vind ik het hele gezelschap in het ouderlijk bed. Sesamstraat is allang afgelopen en naar het programma dat nu opstaat kijkt niemand. Ze hebben het te druk met goedmaken met elkaar. Zoals ik al zei: ik laat de opvoeding van die van mij niet aan de eerste de beste over. Je moet als moeder toch van goeden huize komen om twee zwaar gestrafte en terecht veroordeelde kinderen uit bed te halen omdat je er spijt van hebt dat ze met tranen in de ogen moeten gaan slapen. Lief wint het van consequent.
Het geeft mij mooi de gelegenheid om een traditionele vaderrol te spelen.
'Weten jullie potjandrie wel hoe laat het is? Hup, televisie uit en naar bed!'"