Een uitgave van mats bv ©

UITSPRAAK

Jaargang V, 12


We zijn weer eens met z'n allen bij Tilly op bezoek. Niemand weet waarom. We hebben meestal weinig reden nodig om naar Tilly te gaan. Of het moest zijn dat het zondagmiddag is. Of dat we een frisse neus willen halen. Dat begint bij Tilly dan met koffie en iets lekkers en dat gaat door tot een drankje met iets lekkers en tussendoor heeft de man van Tilly meestal zijn koksmuts opgezet, die hij van ons voor zijn verjaardag heeft gekregen - voor zijn wijd en zijd bekende patatten. Meestal zijn we te laat thuis, maar dat geeft niet voor een keer. Geen wonder dat altijd ook wel wat familie aanschuift. Geen wonder ook dat de kinderen hier nog vaker komen, maar dan zonder ons. Meestal aan de hand van een heel dun smoesje, dat de vissen in de vijver nog gevoerd moeten worden bijvoorbeeld. Aan de manier waarop ze neerzijgen en zich installeren zie je hoe ze zich hier op hun gemak voelen. Bij Tilly kan je kleuren, met de pot kroonkurken spelen en natuurlijk heeft Tilly een hele grote televisie.
'Tilly mag ik nimonawe?' We weten allemaal dat mijn zoon hier limonade mee bedoelt. We horen ook dat hij het verkeerd uitspreekt maar we gaan hem nu niet verbeteren waar iedereen bij is. Voor een mannetje van drie praat hij erg goed en thuis corrigeren we hem heus wel genoeg. We horen ook dat hij keurig op zijn beurt heeft gewacht met spreken en niet dwars door de gesprekken van andere mensen heeft geschreeuwd. Dat zijn we juist aan het oefenen. Strikt genomen mag hij niet om limonade vragen en moet hij wachten tot hem wat gevraagd wordt, maar wij hebben niet speciaal de indruk dat daar bij Tilly strak de hand aan wordt gehouden. Bij ons thuis ook niet trouwens. We bemoeien ons nog even nergens mee.
Toch aarzelt Tilly een moment en niet omdat zijn uitspraak te wensen overlaat. Dit is haar huis, normaal zijn wij er niet bij en dan maakt ze zelf wel uit wat de kinderen wel of niet mogen of krijgen. Nu lijkt ze zich even af te vragen of het wat uitmaakt dat wij er wel bij zijn.
Zo'n kans om me er mee te bemoeien, krijg ik niet vaak en die moet je me ook niet geven.
'Als je het goed zegt, krijg je het.' Ik kan het gewoon niet laten.
De jongen kijkt op van zijn tekening met over zijn hele gezicht de vraag 'waar bemoei jij je mee?'
Dan tuit hij zijn lippen: 'li-mo-na-de!' Hij zegt het bijna in blokletters, zo duidelijk. Nooit eerder heb ik hem het woord correct horen uitspreken. Neemt mijn zoon een loopje met me? Ik kijk voorzichtig rond. Tilly is al limonade aan het halen, mijn dochter rangschikt de kroonkurken netjes, mijn dierbare echtgenote is verdiept in een tijdschrift en ook de man van Tilly doet alsof zijn neus bloedt. Ik zal het me wel verbeeld hebben.
De zondagmiddag kabbelt rustig verder.