Een uitgave van mats bv ©
VAN TOP TOT TEEN
Jaargang V, 32
Een beetje gestuurd door mamma en een beetje omdat ze het zelf leuk vindt, komt de dochter een nieuwe overgooier showen, door mijn dierbare echtgenote zelf in elkaar geknutseld. Een beetje geholpen door buurvrouw en zo blijkt maar weer dat 'we heus niet alleen maar kletsen en wijntjes drinken'. Alsof ik dat zou durven denken.
'Kijk eens pappa, wat mooi.'
Ik vind hem prachtig. Lieveheersbeestjesstof en lieveheersbeestjessluiters aan het eind van de helpen. Bovendien vind ik zelfgemaakt om een of andere reden heel huiselijk en zeker als het zo zelfgemaakt is dat mijn dochter er met zeer goed fatsoen mee naar school kan. Mijn dierbare echtgenote blijft me verbazen, een mooi stel hersens en een handig paar handen, waar vind je die combinatie nog. Bij mij in elk geval niet.
'Meisje toch, wat ben je mooi! Laat me eens goed naar je kijken.'
'Ja pappa, kijk maar eens goed. Van top tot teen.'
Dat bedoelde juf tijdens het laatste 10-minutengesprek. Dat ze zo goed is in taal. Hoe goed precies mag ik niet zeggen van mijn dierbare echtgenote, omdat ik niet mag opscheppen. Alsof niet alle vaders opscheppen over hun dochter. Alsof zij zelf niet naast haar schoenen loopt als het over haar dochter gaat.
Alsof deze vader niet mag dromen dat zijn dochter later de Pulitzerprijs wint voor journalistiek, of de PC Hooftprijs voor literatuur, of stukjes schrijft voor Margriet.
Voorlopig zien haar eigen dromen er nog anders uit. Ze vertelt.
'Pappa weet je...' Dat is de inleiding, dan weet ik dat ik moet luisteren.
'Als een droom ophoudt, maar nog niet klaar is en ik word wakker en het is zo donker dat ik niet meer kan slapen, dan doe ik mijn ogen dicht en dan denk ik aan jullie en aan Disneyland Parijs, wat we allemaal hebben meegemaakt en dan slaap ik toch weer verder.'