Een uitgave van mats bv ©

WEER THUIS

Jaargang VI, 40

We zijn op vakantie geweest en al weer thuis, zo snel gaat dat. Het was de eerste vakantie die wij ons kunnen heugen dat we eigenlijk nog niet naar huis wilden. Dat kwam omdat we ergens waren waar het heel erg lekker weer was, het buitenland dus, en waar ze genoeg sterren hadden om ons verwende apen niets te wensen over te laten.

Zoals elk jaar hadden we er speciaal op gelet dat er vooral genoeg te beleven was voor de kinderen. Zwembad, zee en strand, minigolf, friet met mayonaise en een miniclub.

'En dan gaan jullie dus af en toe ook naar de miniclub,' sprak mijn dierbare echtgenote van te voren zichzelf en de kinderen moed in.

'Waarom?'

'Dan kunnen pappa en mamma ook eens gezellig samen dingen doen.'

'Wat dan?'

'Nou, allerlei dingen.'

'Ik weet het wel, kusjes geven!'

'Bijvoorbeeld. En als jullie vervelend zijn gaan jullie elke dag een paar uur, heerlijk rustig.'

Zoals elk jaar is er dit jaar ook weer niemand naar de miniclub geweest. Misschien wel omdat niemand vervelend genoeg was, maar waarschijnlijk omdat we door het jaar toch altijd te weinig tijd voor elkaar hebben. We zijn wel nog even wezen kijken en de juf die daar zo'n beetje de leiding had, leek ons best wel heel aardig. Maar ja, aardige juffen hebben we in Nederland ook genoeg. Ze hadden wel een indrukwekkend klimrek en daar hebben we 's avonds na het eten nog een paar keer gebruik van kunnen maken. Toen zijn we als klap op de vuurpijl nog een keer naar de speciale miniclub-feestavond gegaan. En onze dochter wilde ook nog wel tussen allerlei vreemde buitenlands pratende kindjes in een cirkel gaan staan, vreemde bewegingen op vreemde muziekjes maken. De zoon vond dat dus drie keer te kinderachtig. Dus dat hadden we ook al snel bekeken.

En voor de rest? Vakantie! Zo erg zelfs dat onze enige excursie een avondwandelingetje van 100 meter buiten het hotel was en toen weer snel terug. We zullen hier de naam van het land waar we geweest zijn, ook maar niet noemen, want dat barst van de cultuur. Later. Ter compensatie heb ik tijdens het eten regelmatig de heldenverhalen verteld die ik me nog herinnerde van mijn eigen klassieke schoolopleiding.

We hebben natuurlijk veel geklemd. Waarbij klemmen een samenvoeging van klooien en zwemmen is, zodat het zo weinig mogelijk met het zwemmen van zwemles thuis te maken heeft, maar alles met dikke pret.

We hebben ons omver laten donderen door de bloedgolven van de zee, waarmee Simon vloedgolven bedoeld. Zo erg was het niet, maar spannend was het wel.

En natuurlijk elke dag friet. Waarbij we moeten aantekenen dat het restaurant zo sjiek was dat ze niet eens mayonaise hadden, maar ook wel weer zo sjiek dat ze dat speciaal voor onze kinderen maakten.

Een perfecte vakantie en hij was al weer over voordat we het in de gaten hadden.

'Genoeg geklemd, meissie?'

'Genoeg bloedgolven en frietjes, jongetje?'

'Genoeg kusjes gegeven, papa en mama?'

Nooit genoeg, maar we kunnen er weer even tegen.