Een uitgave van mats bv ©

WEET NIET

Jaargang II, 25

Hoe lang is het nou helemaal geleden dat je haar nog om een boodschapje kon sturen. 'Waar is de speen van je broer' konden we een paar maanden geleden nog vragen en dan dribbelde ze weg met twee handjes op schouderhoogte en negen van de tien keer kwam ze inderdaad met de speen terug, die ze overigens waarschijnlijk ook zelf had zoekgemaakt.
Die bereidwilligheid veranderde dra in 'weet niet pappa' en weer twee handjes in de lucht, maar dan de handpalmen een beetje vragend naar buiten gedraaid. Van 'weet niet' kwam al snel 'ik hoef niet' en dat leidt vanzelf naar 'wil niet'.
Onze dochter heeft zichzelf en haar plek in ons gezin ontdekt en is nu druk aan het afbakenen geslagen. Ze heeft momenteel een periode dat ze eerst niet wil, zodat ze tijd wint om na te denken of ze misschien toch wil. Eten of niet? Slapen of niet? Broertje knijpen…? Nou vinden wij ook best wel dat het leven bestaat uit keuzen, maar voor een drummel als onze dochter is het nog wat vroeg om over van alles en nog wat te moeten beslissen. Dus gebeurt er een hoop omdat het beter, veiliger of gezonder voor haar is, of omdat wij het nou eenmaal willen, terwijl zij haar eigen besluitvorming nog niet heeft afgerond, als het ware. Dat frustreert en dat moet ze afreageren op haar omgeving. Wij begrijpen dat wel en we weten bovendien dat het over gaat. Althans, dat hopen we vurig.
Onze zoon echter, heeft het er maar moeilijk mee. Direct na eten vindt die zijn zus het leukste wat er is in zijn wereld. Hij moet altijd lachen met wat ze doet en kan stinkend jaloers zijn op wat ze allemaal kan en durft. Hij begrijpt dan ook niet dat hij niet mag mee-duploën terwijl hij al zo leuk dingetjes kan afbreken. Sterker nog: in een straal van een meter rond hem wordt alles speelgoedvrij gemaakt. Hij begrijpt niet dat ze gaat klikken bij mamma - 'hij is vies' - als hij zich geweldig amuseert in de open haard.
En tenslotte begrijpt hij niet waarom zij twee spenen heeft en hij niet één. Nu raakt hij op zijn beurt gefrustreerd.
'Weet jij waar zijn speen is?’ vraag ik mijn dochter.

'Weet niet pappa.'
Er valt even een besluiteloze stilte.
Mijn zoon kijkt naar mijn dochter en mij; zij kijkt naar hem en mij en ik vors mijn beide spruiten. Hij hakt dan de knoop door en zet het op een hard en monotoon brullen.
'Hij is boos,' constateert mijn dochter. Ze fronst, pakt dan haar eigen speen en duwt die met zever en al in de wijd open mond van haar broertje. 'Zo, speen van mij.'
Daar vallen haar broer en ik inderdaad even stil van.