Een uitgave van mats bv ©
WILDE MENSEN
Jaargang IV, 33
Blinkend en schoongeboend vielen ze al in slaap onderweg van de douche naar hun bedjes. Wat hebben we weer een leuke dag gehad en wat hebben we weer veel meegemaakt. Soms lijkt het wel alsof ons leven alleen uit uitstapjes en evenementen bestaat. Op de terugweg in de auto hebben we dan ook besloten dat het lange seizoen maar gesloten moet worden verklaard. Het is genoeg geweest. Vanaf nu weer een hele tijd blokjes om, stukjes fietsen en wandelingetjes naar de kinderboerderij. Van die rustige dingen.
Maar het Safaripark was wel een geweldige afsluiting. We hebben onze ogen uitgekeken. Zo'n beetje alle wilde dieren uit Lion King liepen er in het echt rond, zomaar los. Behalve dan de twee Lion Kings zelf, want die hadden ruzie gemaakt met de parkopzichter en die hadden dus straf, kooi-arrest, want er kan er maar een de baas zijn. De mevrouw die de bus stuurde, vertelde dat strenge verhaal. Trouwens toch een strenge mevrouw, want ze werd ook erg boos op mensen die de giraffen voerden. Dat mag nooit, vertelde ze, want in Diergaarde Blijdorp was nog een olifant overleden omdat mensen hem zomaar iets verkeerds te eten gegeven hadden. Erg he? Mijn dochter zal nooit meer wilde dieren voeren. Mijn zoon ook niet, deels uit dierenliefde, want hij is een groot dierenvriend, maar toch ook wel een beetje uit eigenbelang, want qua eten kan de jongen gewoon niet veel missen.
Olifanten hebben we dus gezien, leeuwen, giraffen, apen, neushoorns, roofvogels en daar wijst een bordje richting Touaregs. 'Wat zijn Touaregs Pappa?' 'Dat zijn mensen die in de woestijn in Afrika wonen,' dacht ik, want ik heb het bordje nog niet gelezen. Maar ik vind het ook een beetje raar, dat die hier zo maar in het Brabantse land hun tenten opgeslagen hebben. En als we een beetje gegeneerd de tenten binnen gluren, blijken ze ook niet thuis te zijn. Dat valt onze zoon tegen. 'Waar zijn de wilde mensen nou, mamma?' Zorgvuldig proberen we dan maar uit te leggen dat die mensen niet wild zijn, maar uit een ander land komen, misschien wel een andere kleur hebben dan wij en anders praten. 'Wat dan?' nou wil hij het ook precies weten.
'Eh…how do you do,' het Touaregs van mijn vrouw is niet meer wat het geweest is.
'Ai luf joe,' vult haar dochter aan.
De toiletten in een Afrikaanse hut bieden afleiding. Indianenmannetje en -vrouwtje wijzen de weg naar 'Dames' en 'Heren'. Beetje raar in een Afrikaans dorp, maar een kniesoor die daar op let. De meisjes moeten natuurlijk weer nodig. Na de tegenvaller van de Touaregs wil mijn zoon nu wel naar de Indianen.
'Er zijn hier geen Indianen, jongen.'
'Waar zijn die dan?' de jongen begint een beetje af te knappen op dit park.
'In Amerika.'
Opgewekt en opgelucht komen de meiden uit de Indianen-hut. 'Zo, waar gaan we nu naar toe?'
'Naar Amerika,' zegt onze zoon en hij loopt vast vooruit.