Een uitgave van mats bv ©
ZATERDAG
Jaargang VI, 48
Zaterdag is klusjesdag. Alles wat door de week en de rest van het jaar is blijven liggen, wordt bewaard voor de dag die ooit bedoeld was als vrije dag voor de werkenden. De lijst van vandaag is niet lang, wat erop zou kunnen duiden dat ik de afgelopen zaterdagen erg goed m'n best heb gedaan, en dus heb ik zelfs een half uurtje mogen uitslapen. Er moet een lamp worden ingedraaid in een hoog geplaatste buitenlamp en het kippenbejaardenhuis moet dringend verschoond. Tegen alle logica in zijn onze kippen zo vlak voor de winter van veren aan het wisselen. Lijkt mij nogal fris, maar dat terzijde.
Als ik eenmaal aan het rondrommelen ben, krijg ik er over het algemeen schik in en is het eigenlijk ook wel weer leuk om de handen te laten wapperen omdat de rest van de week voornamelijk het hoofd wappert. Omdat mijn echtgenote bezigheden buitenshuis heeft, boodschappen, houd ik tussen de bedrijven door de kinderen in de gaten. Mijn zoon is aan het waterverven en de risico's daarvan zijn voldoende afgedekt met een week opgespaarde kranten. Af en toe brult hij om assistentie als iets niet lukt of omgevallen is.
Zijn zus helpt mij en daar is een goede reden voor. Zodra gedaan is wat gedaan moet worden gaan wij met z'n tweeën de stad in.
Dat kwam zo. Bij het zwemmen - voor het B-diploma - bij het omkleden voor ballet of bij gymnastiek op school is ze haar ringetje verloren.
Dan kun je wel gaan zeuren, maar dat werkt bij ons niet. Beter is het om een beetje beteuterd te kijken. En als dat niet opvalt, nog beteuterder. Zo beteuterd, dat het zelfs papa opvalt.
'Wat is er schat?'
'Ze is haar ringetje verloren.'
Als je mama laat uitleggen waarom je zo beteuterd kijkt, dan is dat wel het toppunt van niet zeuren. En dat werkt bij ons. In elk geval bij mij, want ik ben ook maar een vader van vlees en bloed.
'Dan gaan wij zaterdag samen een nieuw ringetje kopen.' Een stralende blik is bij voorbaat dank.
En vandaag is het zaterdag, en ze zeurt nog niet, maar ze blijft in de buurt en wacht, want beloofd is beloofd.
Zaterdag is feestdag als ik met m'n dochter door de stad loop. Hand in hand, eerst nog een boodschapje voor mama, dan op ons gemakje naar de ringetjeswinkel. Tijd zat. Hoe lang is dat geleden?
Het ringetje is snel uitgezocht, namelijk precies hetzelfde als ze verloren is. Dan gaan we nog even naar de muziek luisteren op het plein.
'Gezellig schat?'
'Heel gezellig papa.'
'Zullen we naar huis gaan?'
'Nog even luisteren.'
We gaan pas naar huis als de muziek is afgelopen en op de terugweg nemen we een bloemetje mee voor mama.
Thuis voor de deur moet ik me nog even bukken voor een welverdiende dikke kus. Zaterdag kusjesdag.
Wie had dat vanmorgen kunnen bedenken.